Vorig jaar reden 64.000 consumenten rond in een auto via een private lease-constructie. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2015 en een verviervoudiging ten opzichte van het jaar daarvoor. Waarom is private lease zo in trek?
In een leaseauto rijden was altijd vooral voorbehouden aan de zakelijke markt. Je wagenpark niet in eigen bezit hebben is immers erg aantrekkelijk voor een bedrijf. In plaats van het geld te investeren in een reeks nieuwe auto’s gebruik je het voor andere bedrijfsdoeleinden.
Dat de leasemaatschappij de zorgen rond mobiliteit uit handen neemt en dat de kosten beheersbaar en inzichtelijk worden zijn enkele andere succesfactoren van het leasen.
Minder kooplust
Nu hebben de leasemaatschappijen ook duidelijk de consument in het vizier. Door de economische crisis zijn mensen zich bewuster geworden van hun uitgaven. Bovendien hebben ze aanzienlijk minder te besteden.
Het economisch bureau van ING stelde in een rapport twee jaar geleden (pdf) dat het zogenoemde mediane vermogen van een huishoudens van 47.000 euro in 2008 zakte naar 19.000 euro in 2013. Van de aanschaf van een gloednieuwe auto ziet men in menig gezin af, of de uitkoop wordt uitgesteld. Met historische lage autoverkopen tot gevolg.
Het langjarige gemiddelde van 500.000 stuks werd de afgelopen jaren ruimschoots niet gehaald. In 2015 was er – vooral dankzij de van de lage bijtelling massaal profiterende leasemarkt – wel een flinke opleving waarneembaar met 450.000 auto’s, maar de trend is duidelijk: we kopen minder.
100.000 auto’s in 2020
De meeste voordelen die bedrijven zien in het leasen van hun auto’s, gelden ook voor consumenten. Je kunt je spaargeld in één keer parkeren bij de lokale autodealer – een auto kopen dus – maar je kunt het ook op zak houden en kiezen voor een vast maandbedrag; private lease.
Die combinatie van precies weten wat je per maand aan autorijden kwijt bent en het ontlopen van een fiks aankoopbedrag slaat – als we de cijfers mogen geloven – aan. Het economische bureau van ING verwacht dat het totale private lease-wagenpark rond 2020 uit zo’n 100.000 auto’s bestaat. Op een totaal Nederlands wagenpark van circa 8 miljoen auto’s nog niet wereldschokkend, toch betekent een aanwas van 20.000 tot 25.000 nieuwe private leaseauto’s per jaar een marktaandeel van circa 5 procent.
Wie puur kijkt naar de consumentenaankopen van nieuwe auto’s, ziet private lease een nog hogere vlucht nemen. Waar 1 op de 20 een private leaseauto is, zijn er 7 op de 20 door consumenten gekocht. De overige nieuw geregistreerde auto’s – 12 op de 20 – staan immers op naam van zakelijke afnemers.
Alles inclusief
Hoewel de auto van de zaak erg populair lijkt, is de leaseauto bij veel bedrijven onderwerp van gesprek. Steeds vaker voelen ze voor een andere invulling van het mobiliteitsbeleid om de kosten nog verder te drukken. Werknemers krijgen bijvoorbeeld een mobiliteitsbudget dat ze naar eigen inzicht mogen besteden aan hun vervoer. Voor dergelijke werknemers is een private lease-auto een goede manier om toch auto te blijven rijden. Bovendien zijn ze van hun bijtelling af.
Private lease werkt daarnaast volgens het all-inclusive principe. Gebruikers kiezen een nieuwe auto uit in combinatie met een looptijd (vanaf 12 tot 48 maanden) en een kilometerbundel en betalen op basis daarvan een vast maandbedrag. Binnen dat maandbedrag zitten alle kosten voor autorijden, zoals onderhoud, reparatie, verzekering, wegenbelasting en pechhulp, opgesloten. Alleen de brandstof, bekeuringen en eventuele kilometers die buiten de bundel vallen niet meegerekend.
Enorm aanbod
Het aantal aanbieders van private lease in Nederland is aanzienlijk. Naast de bekende leasemaatschappijen zijn er ook nieuwkomers ingestroomd en alle merkimporteurs hebben hun eigen private lease-label.
Door de concurrentie, maar ook door de dalende rentetarieven en overcapaciteit in de autobranche moeten – en kunnen – private lease-aanbieders hun modellen scherp in de markt zetten, waardoor voor steeds meer consumenten de vraag 'kopen of leasen' in het voordeel van leasen uitvalt.
Volgens onderzoek van de Consumentenbond ben je bij bijna de helft van de leasemaatschappijen goedkoper uit dan wanneer je een nieuwe auto koopt tegen een lening.
Jongere autorijders
Hoewel de babyboom-generatie gecharmeerd is van private lease – met een vast pensioen is het ook wel prettig als je uitgaven aan je auto vast en voorspelbaar zijn – richten de private lease-aanbieders zich vooral op de particuliere markt tot 45 jaar. Deze groep vindt vaker bezit ondergeschikt aan het gebruik van een auto en hecht vooral aan lage kosten en flexibiliteit (korte looptijden).
OsCar Private Lease, één van de nieuwkomers in de private lease-sector, herkent dat: “De groep onder de 45 jaar wil autorijden zonder sores. Net zoals je voor je mobiele telefoon elke maand een vast bedrag betaalt, zo doen ze dat nu ook met autorijden. Ze weten precies wat ze per maand aan de auto uitgeven en weten dus ook wat ze overhouden voor andere belangrijke zaken. Daarnaast kunnen ze door middel van verschillende looptijden en kilometrages precies de voorwaarden kiezen die bij hun mobiliteitsvoorkeur passen.”
Keurmerk voor private lease
Dat private lease volwassen wordt, blijkt ook uit het keurmerk dat sinds vorig jaar bestaat. Het Keurmerk Private Lease keurt – met goedkeuren van onder meer de Consumentenbond de Autoriteit Financiële Markten – de inmiddels als paddenstoelen uit de grond schietende aanbieders van private lease.
Alleen de leasemaatschappijen die hun klanten eerlijke voorwaarden kunnen overleggen en beschermen tegen te hoge financiële lasten, naast nog tal van vereisten, komen in aanmerking voor het keurmerk.